Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Leien dak.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
natuurlijke leien (leisteen);
vezelcement leien;
gebakken leien (leipannen);
bitumineuze leien (shingles);
houten leien (shingles);
Natuurlijke leien (leisteen):
zie ook het subonderwerp "Leidaken" van het onderwerp "Natuursteen toepassingen" behorende bij
het onderdeel "Materialen - (-)steen/beton".
Leien zijn een natuurprodukt en waren voornamelijk afkomstig uit ons omringende landen als Frankrijk, België en Duitsland, derhalve kwamen vroeger leien in Nederland alleen maar voor op hele belangrijke gebouwen zoals kerken en stadhuizen.
Heden ten dage is het aanbod van landen waar leien vandaan komen heel wat groter.
De kleur van de lei loopt uiteen van donkerblauw, groen en grijs tot rood. De kleur hangt onder meer af van aanwezigheid van koolstof, die de lei zwarter maakt en ijzer, die de lei een blauwe, groene of rode kleur mee kan geven.
Maas en Rijndekking:
Naar vorm kunnen leien worden ingedeeld in rechthoekige en schubvormige leien.Een dak gedekt met rechthoekige leien staat bekend als Maasdekking. Deze leien kwamen uit Frankrijk en België en werden aangevoerd via de Maas.
Een dak bedekt met schubvormige leien staat bekend als Rijndekking. Deze leien kwamen uit Duitsland en werden aangevoerd via de Rijn.
De reden waarom men ertoe kwam om leien in groeves rechthoekig of schubvormig te maken was gelegen in de structuur van de leisteen. Een rechtdradige structuur, zoals voorkomend in de leien uit Frankrijk en België, is beter geschikt voor het produceren van rechthoekige leien, een kromdradige, zoals voorkomend in de leien uit Duitsland, voor schubvormige.
Al komen de leien nu niet meer via de genoemde rivieren, nog steeds spreken we van een Rijn- of een Maasdekking.
Enkele en dubbele dekking:
De Rijndekking werd / wordt meestal als enkele dekking uitgevoerd (Rijnse leidekking)De aan de onderzijde afgeronde leien dient in een schuin oplopende lijn (stijglijn) op het dak ter worden gelegd waardoor een naar buiten afwaterende aansluiting ontstaat.
Des te steiler de helling van het dakvlak is, des te flauwer de benodigde stijglijn.
De klassieke Rijndekking in oud-Duits is historisch gezien de meest juiste. Bij deze dekking varieren de leimaten in hoogte en breedte. De toepassing van deze leien verloopt met grote leien aan de voet van het dak naar kleine leien bij de nok.
Bij Rijndekking in sjabloondekking (schuppendekking) wordt een leiafmeting toegepast.
Anders dan bij Maasdekking kan er bij Rijndekking rekening worden gehouden met de windrichting door toepassing van links- en rechtsdekkende leien.
Dakbeschot:
Voor het aanbrengen van leien is een geventileerd horizontale dakbeschot een vereiste. Hiermede wordt voorkomen dat ten gevolge van de krimp van de delen de leien scheuren. In deze eis ligt tevens het maken van een sporenkap opgesloten.Omdat leibedekking rechtstreeks op het dakbeschot ligt is het belangrijk dat er een naar buiten afwaterende aansluiting wordt gecreëerd. Dit geldt in het bijzonder voor de Rijnbedekking, die bijna altijd enkel gedekt is.
De voorkeur heeft het aanbrengen van dakbeschot met arm geschaafde delen. Door de krimp van de delen leveren de naden een aanzienlijke bijdrage aan een goede ventilatie van de kap.
Een andere mogelijkheid is de toepassing van rabatdelen van voldoende breedte. Wel dient er dan rekening te worden gehouden met gegeven dat de rabatdelen de ventilatie beperkt, waardoor aanvullende ventilatie d.m. v. dakkapellen of ventilatiekappen een vereiste zal zijn.
In verband met de bevestiging van de leien geldt de eis dat bij Rijndekking de minimale dikte van het dakbeschot 32 mm moet bedragen. Het dakbeschot dient met goed verdreven nagels te worden vastgezet zodat na krimp geen uitstekende nagelkoppen de leien kunnen beschadigen.
I.v.m. de bevestiging d.m.v. leihaken is bij Maasdekking is een dikte van 24 tot 28 mm voldoende. In verband met de altijd optreden krimp en het tegengaan van een bevestiging in of pal naast de naad van de delen van het dakbschot, dient bij Maasdekking een werkende maat aangehouden te worden die gelijk is aan, of een veelvoud van de dekkende leien.
Waterkerende laag:
Onder een leibedekking mag geen dampdichte folie of iets dergelijks als waterkerende laag worden toegepast.Bevestiging leien:
Leien hebben geen nokjes, maar worden tegenwoordig normaliter vastgezet met koperen nagels of, zoals bij Maasdekking gebruikelijk is, door middel van leihaken.(Bij eiken beschot geen koperen nagels toepassen maar roestvaststalen nagels.)
Op windgevoelige plaatsen wordt bij de Maasdekking soms de zogenaamde stormdekking toegepast. Hierbij wordt elke derde rij leien behalve met een leihaak ook nog met een extra nagel per lei vastgezet.
Problemen met leien
Bij heel oude daken zijn de schubleien soms nog vastgespijkerd met ijzeren nagels.
Er is een grote kans dat de ijzeren nagels zijn doorgeroest, zodat er leien tussenuit gaan vallen.
Hergebruik van op deze manier verwerkte leien is nagenoeg niet mogelijk.
Bij reparatie wordt dan ook gebruik gemaakt van leihaken.
Loden en dunne koperen strippen zijn ongeschikt. Deze buigen, in de loop van de tijd uit, en de leien glijden er vaak tussenuit. Bij torenbedekkingen kan dit levensgevaarlijke situaties opleveren voor voorbijgangers.
Maasdekking kent soortgelijke problemen vooral op de noordelijk gelegen (meest vochtige) dakvlakken.
Waar de lei in de haak hangt, is de leihaak dan dun geworden of nagenoeg doorgesleten.
Oorzaak is de aantasting van het koper door in regenwater opgeloste zuren.
Deze worden afgescheiden door algen of mossen op het dak.
Nok- en keperafwerking:
De nokken en kepers worden in Nederland bijna overal met lood afgedekt.Divers:
Bij een gehaakte maasdekking is hergebruik van de leien soms mogelijk. Bij een schubleien dak eigelijk nooit.Een dak uitgevoerd als Rijndak (zowel enkel- als dubbel gedekt) is in principe niet stuifsneeuw dicht. Een maasdak is dat wel.
Regelmatig onderhoud is derhalve noodzakelijk.
Denk aan de benodigde ladder- en klimhaken, aanbrengen van dakluiken i.v.m. de bereikbaarheid van dakvlakken.
maasdekking rijndekking
enkele dekking - zie de duidelijk oplopende lijn onder het dakkapel
dubbele dekking ab = het maasdak bc = het rens- of schubbendak ef = het kruis- of koeverdak
Bevestiging leien: Maasdekking leihaak en stormnagel
Bij Maasdekking kunnen leien (hoewel kostbaar) ook ter versiering in andere vormen worden gehakt
Vezelcement leien:
Vezelcement leien worden vervaardigd van een mengsel van cement en minerale vezels en zijn verkrijgbaar in vele maten, kleuren en uitvoeringen.De hedendaagse vezelcement lei is door de toepassing van andere grondstoffen niet meer te vergelijken met de voormalige asbest-cement lei.
Toepassingen:
De leien kunnen worden toegepast als dakbedekking en ook als gevelbekledingEnkele en dubbele dekking als bij leisteen.
Algemene gegevens betreffende de plaatsing van de leien:
Bij gebruik van diverse metalen zoals lood, zink, koper enz... bij aansluitende werken zoals goten, etc. dient men bij de betrokken fabrikant steeds na te gaan of er geen incompatibiliteit bestaat tussen de diverse toegepaste materialen.
De bevestiging:
De leien worden op een dubbele houten draagstructuur, bestaande uit tengels en panlatten, bevestigd d.m.v. een leihaak en eventueel twee bijkomende nagels.Ter hoogte van de dakvoet en evenwijdig met de nok brengt men een bebordingsplank (principe omgekeerde panlat) aan. Deze moet 4 mm dikker zijn dan de
panlatten om de ontbrekende leidikte te vervangen.
Omdat de leien op de panlatten wordt bevestigd kan zonder al te veel problemen een geisoleerd dakbeschot worden toegepast.
Nok, hoekkepers en kilgoten:
Voor de afwerking van de nok kan men gebruik maken van:- hulpstukken in vezelcement;
- loodslabben afgewerkt met rechthoekige leien.
Hoekkepers kunnen net als de nokken afgewerkt worden.
De kilgoot kan in open of gesloten vorm worden uitgewerkt.
kilgoot tegen opgaande muur
open en gesloten kilgoot vorm
zakgoot (zaling) bij schoorsteen
Gebakken leien (leipannen)(tegelpannen):
De leipan is een vlakke rechthoekige dakpan zonder zijsluitingen in de vorm van een lei welke op dezelfde wijze gedekt wordt als de maasdekking bij dakleien, dus met twee derde overlapping.In Nederland toegepast van de middeleeuwen tot begin 17e eeuw en daarna vervangen door de dakpan.
Er bestaan tal van soorten tegelpannen qua vorm en kleur. Het kleuraanbod is enorm. ( zwart, bruin , rood, blauw,…) en er is een ruim aanbod op de markt verkrijgbaar.
Doordat tegelpannen een kleinere afmeting hebben en arbeidsintensiever zijn bij de plaatsing, zijn ze duurder dan de traditionele dakpan.
Tegelpannen worden geschrankt geplaatst. De lengte overlap is afhankelijk van de dakhelling waarop ze geplaatst worden. Hoe minder de dakhelling, hoe meer ze elkaar moeten overlappen.
Dankzij de onderling overlapping, garanderen ze een grote regen- en winddichtheid.
De tegelpannen worden aangebracht om horizontale panlatten die rusten op verticaal geplaatste tengellatten en onderdak.
De horizontale afstand tussen de panlatten is afhankelijk van de afmetingen van de tegelpan en de onderlinge overlapping.
Tegelpannen dienen genageld te worden aan de panlatten. Hiervoor moeten steeds roestvrije nagels of koperen nagels gebruikt worden.
Bij het plaatsen van de tegelpannen is het belangrijk dat de neus van de tegelpan goed aansluit aan de panlat.
Bitumineuze leien (shingles):
Bitumineuze shingles, ook wel bitumineuze leien genoemd, bestaan uit een met bitumen geïmpregneerde inlage van glasvlies die aan beide zijden is bedekt of gecoat met bitumen. Aan de bovenzijde is de shingle voorzien van een fabrieksmatig aangebrachte beschermlaag van gekleurd mineraal. Aan de onderzijde afgestrooid met fijn zand.Bitumineuze shingles worden schubvormig gelegd op schuine daken en imiteren een leien dak.
Dakdekken met bitumen shingles. (werkbeschrijving www.hornbach.nl)
Dakbedekkingssystemen
Voor daken met een helling tussen 25 en 90 graden worden de bitumineuze shingles mechanisch bevestigd op de onder-constructie.Op daken met een flauwe helling tussen 15 en 25 graden wordt op de onderconstructie eerst een waterdichte onderlaag van gebitumineerd polyestermat aangebracht waarop de shingles mechanisch worden bevestigd.
In Noord-Amerika is bijna elke standaardwoning voorzien met bitumen leien wegens de uitstekende stormbestendigheid van het materiaal.
In West-Europa zie je bitumen leien doorgaans enkel op tuinhuisjes, carports, saunahutten, vogelhuisjes, paardenstallen, cottages, poolhuizen, enz.
Houten leien (shingles):
Houten leien zijn er in twee soorten: shingles en shakes.Shingles worden gezaagd, ze hebben daardoor een tamelijk gladde boven- en onderkant.
Shakes zijn het resultaat van kloven, de bovenkant is ruw met een duidelijk voelbare vezelstructuur en een onderkant die door zagen of splijten is verkregen. Zowel shingles als shakes zijn van duurzame houtsoorten als western red cedar en white cedar.
Shingles kennen drie kwaliteiten: nr. 1 (blue label), nr. 2 (red label) en nr. 3 (black label), en 3 lengten 410, 460 en 610 mm. Shingles zijn 13 mm dik. Alleen blue label is in europa verkrijgbaar.
Er zijn 3 soorten shakes:
- recht gespleten (straight split),
- spits toelopend gespleten (taper split)
- en met de hand gespleten en vervolgens machinaal herzaagd (handsplit-and-resaw).
Shakes varieren in dikte, wat bijdraagt aan individualiteit en ambachtelijk aanzien.
Bij dakhellingen kleiner dan 32º is een waterkerende laag aan te bevelen.
Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 20-11-2016
extra informatie behorende bij: | Natuurlijke leien (leisteen): |